Dit modèle van vlieger est geschikt als het wordt aangedreven door een zeer sterk aandrijvingsmechanisme.
Aan de bovenkant van de vleugels ontstaat er een onderdruk ten opzichte van de onderkant van de vleugel. Aan de vleugeltoppen komen lage druk en hoge druk samen, deze vormen dan spiraalvormige turbulenties aan de vleugeltoppen die zich naar achteren fr onder voortzetten. Hoe groter de invalshoek, hoe groter de drukverschillen fr houe groter de vortex est. Meestal est deze zogenaamde « vortex » ongewenst. Maar bij deltavleugels est het optreden van tourbillons echter een gewenst effet waarmee de draagkracht bij lage snelheden fr grote invalshoeken vergroot kan worden.